Peter ten Lohuis schildert stukken van het lijf, zonder hoofd en dus zonder gezicht, om tot de essentie van het lijf te komen. In zijn atelier fotografeert hij zijn modellen. Van die foto’s maakt hij uitsneden, die de basis vormen voor de schilderijen.
De doeken bestaan niet uit een traditioneel wit doek, maar damast geweven stoffen, doeken met print of onbewerkt linnen. Deze worden opgespannen en geprepareerd, zodat je erop kunt schilderen. Het doek is de huid, zoals een beeldhouwer de nerf van het hout of de structuur van de steen gebruikt, gebruikt hij de stof. Textiel speelt een belangrijke rol in zijn leven. Zijn vader stond als twaalfjarige jongen al achter het weefgetouw, zijn moeder was coupeuse en zelf heeft hij talloze textielbedrijven over de gehele wereld bezocht.
De stoffen die hij gebruikt zijn meer dan alleen maar de drager van de verf. Hij wil zowel de stof als de schildering laten zien, waarbij twee werelden bij elkaar komen. Zowel de stof als de schildering is autonoom maar vormen ook weer een geheel.
Hij maakt bewust gebruik van olieverf en oude technieken, als verwijzing naar de oorsprong van onze kunst en om de traditie van het naakt in de kunst vast te houden. Zo gebruikt hij nog steeds materialen als loodwit, hazenhuidenlijm, damarhars, standolie en terpentijn. Deze materialen zijn de basis voor oude recepten van schilders producten die reeds in de 17e eeuw gebruikt werden. Dit stelt hem in staat een eigen manier van schilderen te ontwikkelen die zowel de geschilderde afbeelding als het doek waarop hij werkt zichtbaar maken.
In 2021 won Peter ten Lohuis de van Reekum Cultuurprijs. Deze geldprijs, die eens in de twee jaar wordt uitgereikt, stelde hem in staat zijn eigen doek te ontwerpen. In samenwerking met het Textiellab van het Textielmuseum in Tilburg creëerde hij zijn eigen schilderdoek. Hierdoor kwam alles bij elkaar, de modellen, het doek en het schilderen. Het doek een verwijzing naar de Arts and Crafts, een stroming die zich afzette tegen de industrialisatie en meer het ambacht en kleinschalige productie voorstond.
Het hele doek is ontworpen met druivenbladeren en takken van de bramenstruik. De druif staat symbool voor kracht en groei, maar ook voor maagdelijkheid en vruchtbaarheid. De braam wordt gezien als de beschermer van heilige plaatsen, de brandende bramenstruik is een mysterieus goddelijk gegeven. Je zou ook de druif als zacht en sensueel kunnen
ervaren en de braam als stekelig en afstandelijk.
Opleiding
Aki, academie voor kunst en industrie, Enschede
Prijzen
Van Reekum Cultuurprijs 2020-2021
Collecties
Gemeente Enschede
Werkperiode
Apollohuis, Paul Panhuysen